,,Niet voor niets een 1 op onze rug"

,,Niet voor niets een 1 op onze rug"

,,Ik heb nieuws voor je, die handschoenen gaan de vuilnisbak in. Die trek ik nooit en nooit meer aan.” Het waren de woorden van Diederik Boer na zijn laatste optreden voor eigen publiek in mei vorig jaar. Als keeper hield hij woord, want er werd inderdaad een dikke punt gezet achter een imposante loopbaan, maar als keeperstrainer heeft Boer inmiddels vier dagen per week de handschoenen weer aangetrokken.

,,In het begin was het wel even wennen om van het veld af te stappen en naar het trainersvak te gaan. Inmiddels heb ik binnen de voetbalacademie mijn plek gevonden. De samenwerking met collega keeperstrainer Jacob Mulder is prima en het training geven is hartstikke leuk. Het is wel heel wat anders. Waar ik voorheen in de kleedkamer ging zitten met mijn handschoenen aan en wachtte op wat er ging gebeuren, ben ik nu zelf bezig met trainingen in elkaar aan het zetten, voorbereiden en beelden kijken. Het is niet dat je op de club komt en even een training geeft.”


Veldwerk

De werkdagen van Boer zien er heel anders uit, maar nog altijd staat hij het grootste deel van de dag op het veld. ,,Op maandag en dinsdag sta ik vanaf ’s ochtends half negen tot twaalf uur op het veld. Dan train ik de O21 en O18, waarna de keepers van O15 aan de beurt zijn. Vaak geef ik ’s middags ook nog een training. Op donderdag en vrijdag ben ik dan nog een keer met O21 en O18 aan het werk. Sinds dit jaar hebben we drie keepers bij O21, waar Mike Hauptmeijer, die bij de hoofdselectie zit, soms ook nog eens keept. Als dat het geval is dan las ik voor de andere keepers vaak nog een vrijdagmiddagtraining in, zodat ze wel voldoende arbeid doen wanneer ze niet hun minuten kunnen maken.”


Meevoetballen

Nu er in lege stadions gevoetbald wordt is iedere speler goed te horen, maar Boer zelf was ook in een volle Kuip tot op de tribunes hoorbaar. ,,Coachen is wel iets waar ik op hamer bij de jeugdige keepers. Je staat er om doelpunten te voorkomen, dat kan ook met coachen. Dat mis ik wel eens. In de jeugd is het soms veel te stil. Door middel van praten kun je heel veel voor zijn. Jonge keepers moeten zorgen dat het een automatisme wordt. Daarom zeg ik ook altijd dat keepers hun bal na moeten coachen.” Over meevoetballende keepers heeft Boer zijn eigen visie. ,,Bij PEC Zwolle willen we graag voetballende oplossingen zoeken. Als je een bal kort kunt inspelen moet je dat doen, maar kan het niet dan is het helemaal geen schande om lang te spelen. Soms lijkt het alsof we ten koste van alles willen opbouwen, met alle gevolgen van dien. Dat probeer ik eruit te krijgen. Ik had het ook vaak hoor, dat ik ging wachten tot er een speler vrij kwam en dat ik soms een noodhandeling moest doen zoals een man uitkappen. We blijven wel keepers en hebben niet voor niets een 1 op onze rug. Anders stond er wel een 0 achter. Je moet vooral zorgen dat je betrouwbaar bent.”


Carrière

Boer zat zelf al in 2001 bij de hoofdselectie van Zwolle, maar brak vier jaar later pas echt door. ,,Als ik naar mezelf kijk, maar ook naar keepers in het algemeen breken ze later door dan voetballers. Je ziet zelden een keeper van 18 of 19 die onder de lat staat bij het eerste. Het gaat vaak richting midden twintig. Daarnaast gaat het er ook om hoe het tussen de oren zit. Hoe ga je om met tegenslagen en fouten? Ik merk weleens in de jeugd dat keepers bang zijn om fouten te maken. Als ik vraag waarom hoor ik ‘dan verliezen we door mij’. Als je als keeper een fout maakt betekent dat meestal een tegengoal, daar moet je wel mee om kunnen gaan.” In de toekomst zal blijken of er na Boer meer keepers uit de eigen opleiding door gaan breken en welke rol hij voor zichzelf ziet weggelegd. ,,Bij alles wat ik heb gedaan heb ik bepaalde ambities. Ik wil zo hoog en zo ver mogelijk komen. Ik koppel er ook geen maanden of jaren aan. Het is iets wat zichzelf wel ontwikkelt.”