Van Wermeskerken droomt van Olympische Spelen

Van Wermeskerken droomt van Olympische Spelen

Sai van Wermeskerken heeft zich bij PEC Zwolle al snel na zijn komst opgewerkt tot vaste basisspeler in het elftal van trainer John Stegeman. De vleugelverdediger, die afgelopen zomer transfervrij overkwam van SC Cambuur, denkt dat zijn stap naar de Blauwvingers hem kan helpen aan zijn volgende doel: met Japan deelnemen aan de Olympische Spelen van Tokyo in de zomer van 2020.

,,Ik voelde me al snel op mijn plek hier in Zwolle”, zo begint Van Wermeskerken, die werd geboren in Nederland maar opgroeide in Japan. ,,Zwolle is een grotere stad dan Leeuwarden en PEC Zwolle is ook groter dan SC Cambuur. Maar eigenlijk heb ik weinig problemen gehad met het settelen. Wel moest ik me aanpassen aan het hogere niveau van de Eredivisie. Dat is het grootste verschil. Er wordt op dit niveau beter voetbal gespeeld en kleine foutjes worden meteen afgestraft.”


Van Wermeskerken begon het seizoen als rechtsback bij PEC Zwolle, maar schoof door de blessure van Kenneth Paal op naar de linksback-positie. ,,Op beide posities kan ik goed uit de voeten. Waar de trainer mij nodig heeft, daar speel ik”, vervolgt Van Wermeskerken, die beseft dat de komende thuiswedstrijd tegen ADO Den Haag belangrijk is voor de stand op de ranglijst. ,,Er staat op dit moment een goede selectie met heel veel kwalitatief sterke spelers. De supporters hoeven zich echt geen zorgen te maken. Wij hopen zo snel mogelijk de weg omhoog weer in te zetten en daar willen we tegen ADO Den Haag mee beginnen.”


Bij PEC Zwolle trof Van Wermeskerken een landgenoot in Yuta Nakayama, met wie hij sinds zijn komst veel optrekt, zowel op als buiten het voetbalveld. ,,Het is nieuw voor mij dat ik een teamgenoot uit Japan heb. Ik sprak altijd Nederlands of Engels bij mijn vorige clubs, maar nu kan ik ook Japans praten met iemand. Het voelt goed en vertrouwd om samen voor PEC Zwolle te spelen. Ook buiten het veld doen Yuta en ik veel samen. Lekker eten in de stad of naar de film. En ja, dan soms ook naar een Japans restaurant.”


Zijn maatje Nakayama is aanvoerder van het Olympische elftal van Japan. Elk team mag voor het toernooi in Tokyo, dat gespeeld wordt in juli en augustus van volgend jaar, drie dispensatiespelers oproepen die ouder zijn dan 23 jaar. Van Wermeskerken hoopt hiervoor in aanmerking te komen. ,,Het is voor veel voetballers een droom om daar te mogen spelen, ook voor mij. Er zijn niet veel spelers die de mogelijkheid krijgen om op de Olympische Spelen in eigen land uit te komen. Ik hoop dat ze nog een goede vleugelverdediger nodig hebben voor op de Olympische Spelen en dat ze in mij een  optie zien. De Japanse voetbalbond ziet mijn wedstrijden, want ze komen vaak in Zwolle kijken voor Yuta. Dat zie ik als een voordeel. Ik hoop dat ze mij dan ook in de gaten houden en ik mezelf in de kijker kan spelen, daarvoor moet ik mijzelf nu eerst bewijzen bij PEC Zwolle.”


Van Wermeskerken speelde in het verleden al vijf jeugdinterlands voor Japan, maar tot zijn debuut in het Japanse nationale elftal kwam het vooralsnog nog niet. ,,Dat was een hele mooie periode. Het was een nieuwe uitdaging voor mij en ik heb mooie wedstrijden gespeeld met Jong Japan. Ik denk dat ik daar een betere voetballer van ben geworden. Zonder die ervaring had ik nu niet op dit niveau gevoetbald”, zo zegt Van Wermeskerken met een brede glimlach, die hij zoveel mogelijk laat zien. “Ik probeer altijd zoveel mogelijk te lachen. Ik wil niet negatief zijn en negatief overkomen op andere mensen. Ik ben een blij mens en ik wil met mijn glimlach ook andere mensen blij maken.”